Ghana
Door: Hilda Alberda
Blijf op de hoogte en volg Hilda
18 Oktober 2013 | Sierra Leone, Freetown
We kwamen rond een uur of 4pm aan in Accra en hadden een pick-up geregeld die ons naar Ko-Sa Resort bracht, een eco-friendly beach resort dat gerund wordt door twee Nederlandse stellen. We kwamen uiteindelijk in het donker aan, want het was toch nog een eind rijden. Onderweg belde een van de eigenaressen om onze orders voor het avondeten op te nemen, dus eenmaal aangekomen konden we meteen aanvallen. Het (klein-schalige) resort is erg leuk opgezet: direct aan het strand, een prachtige houten constructie als restaurant en traditionele hutten met vrolijke versieringen als gastenverblijven. Het lekkere eten, pive strand en het hartelijke ontvangst (we kregen een pak stroopwafels) bevielen ons goed en we zijn er uiteindelijk drie nachten gebleven.
De eerste dag hebben we genoten van het strand, een stuk gelopen langs de vissersdorpjes – waar je dan toch weer duidelijk de armoede ziet – en lekker gegeten. De tweede dag zijn we naar Cape Coast geweest, een plaatsje in de buurt van het resort waar het bekendste slavenfort staat. Ghana staat bekend als de Gold Coast – vanwege het vele goud dat er is gevonden en verscheept – maar vanwege de slavenhandel. Er zijn door met name door de Engelsen, Portugesen en ook Nederlanders vele forten gebouwd die gebruikt werden voor slavenhandel. Nederland heeft een aandeel in de meeste van deze forten of kastelen…
Zowel Sierra Leone als Ghana claimen dat er de meeste slaven zijn vervoerd vanuit hun land. Maar, in tegenstellng tot het ene vervallen slavenfort heeft Ghana zo’n 29 redelijk onderhouden forten (er waren er 37), waarvan er een aantal UNESCO erfgoed zijn. Vanuit Ghana zijn naar schatting zo’n 1 miljoen slaven verscheept, vanuit Sierra Leone zo’n 500,000 (vanuit 1 fort). Cape Coast is het bekendste en is erg goed onderhouden. Het is een groot wit kasteel – zie foto – dat eigenlijk te mooi is om een slavenkasteel te zijn, maar helaas wel alle verschrikkelijke onderdelen huisvestigd. In een klein groepje werden we door een goed geinformeerde gids rondgeleid door de donkere slavenkelders voor mannen en vrouwen, de lichte en luxe kamer van de generaal, de kannonnen en de ‘door of no return’ waardoor de slaven op schepen werden geladen. Het was erg indrukwekkend om in de slavenkelders te staan en de verhalen te horen over hoe de slaven behandeld werden. Met honderden tegelijk werden ze in de kelders gepropt met maar een streepje dachtlicht, weinig eten en geen sanitaire voorzieningen. Uiteindelijk stonden de slaven, die soms wel drie maanden in de kelders verbleven, volgens het verhaal in een meter uitwerpselen. Je vraag je af hoe iemand dit heeft overleeft. Het is helemaal ongelooflijk dat ze na deze opsluiting een maandenlange bootreis maakte, opgestapeld in het ruim van een schip.
De ‘door of no return’ heeft nu aan de andere kant een bordje met de ‘door of return’. Hierdoor zijn een aantal jaren geleden symbolisch een aantal slaven (of de –klein-kinderen) teruggekeerd. Cape Coast wordt door veel Afro-Amerikanen bezocht, die terugkeren naar hun roots. Vanuit Ghana zijn ook veel slaven naar Jamaica verscheept, dus mogelijk liggen Des’ roots ook in Ghana. Dat vonden een hoop Ghanezen die we onderweg ontmoeten natuurlijk geweldig!
Naast het slavenfort was er niet heel veel te zien in Cape Coast. Wel hebben we lekker gegeten bij Baobab, een vegetarisch restaurant met lekkere shakes en bijzondere gerechtjes. Ook hebben we een fototoestel gekocht – wat in Sierra Leone ongeveer onmogelijk is. Mijn fototoestel heeft het helaas begeven; net als Des’ laptop, i-Pod, drie radiootjes, etc. Sierra Leone is niet echt gunstig voor electronische apparaten.
De volgende dag zijn we vroeg vertrokken om langs de kust naar het Westen te reizen. We zijn te voet, over het strand, naar het dichtstbijzijnde vissersdorpje gelopen, waar we met een gedeelde taxi naar ‘the junction’ werden gebracht. Met z’n vieren op de achterbank en onze bagpacks in een open achterbak… De taxi begaf het zo’n twintig meter voor de junction, maar we hadden geluk en konden meteen op een tro-tros (bush taxi) konden stappen die ons naar de volgende grote stad bracht. Ook daar ging het overstappen op de volgende tro-tros redelijk gemakkelijk. We hadden nog mooi de tijd om wat van het lokale ijs te proberen (voorverpakt, in tegenstelling tot de zelf gemaakte plastic zakjes in Sierra Leone) en wat plaintain chips te kopen. De reis verliep voorspoedig en we werden keurig voor het resort in Beyin afgezeg waar we verbleven. Een prachtig opgezet resort met hutten gemaakt van raffia stokken (een soort palmboom), weer direct op het strand. De omgeving en het uiterlijk van de vrouw die ons ontving gaven ons het gevoel alsof we in Hawaii waren (al ben ik daar nog nooit geweest).
Toen we werden afgezet zagen we een uithangbord van een Spaans restaurant, vijf minuten van het resort. Aangezien Beyin echt de ‘middle of nowhere’ is, geloofden we het pas toen we er zaten… We hebben heerlijke door een echte Spanjaard klaargemaakte paella gegeten! Toen we de volgende dag in een kano richten het dorp op palen voeren – de bezienswaardigheid van Beyin – vertelde onze jonge gids dat de Spanjaard er jaren terug was komen wonen en hier in de rust oud wil worden.
Nzulezo, het dorp op palen, was een beetje een tegenvaller – het was niet echt bijzonder opgezet, het was er een rommel en de mensen waren erg armoedig/ triest. Het verhaal gaat dat deze mensen jaren geleden vanuit Mali zijn verdreven en toen een slak (!) hebben gevolgd die ze naar Ghana bracht. Daar hebben ze een dorp op palen gebouwd om een veilig onderkomen te hebben. Nu leven ze vooral van de productie van gin en giften van toeristen. We hebben nog wel een fles lokale gin gekocht, die meer naar wodka smaakte, maar genoten meer van de prachtige kanotocht dan van het ontvangst in het dorp. Het grappige was dat we wegvoeren en ik zei: goh, het lijkt hier net Nederland, waarop onze gids antwoordde dat de sloot waar we door voeren door Nederlanders is aangelegd.
We hebben uiteindelijk 2 nachten in Beyin gebleven en hebben van de rust genoten en het lekkere eten, waarna we weer in een taxi en daarna een tro-tros zijn gestapt richting Butre zijn gereisd – een klein dorpje dichtbij Busua wat volgens de reisgids (die we hadden ingekeken, we konden er zelf geen kopen in Sierra Leone en waren niet lang genoeg in Accra) een soort bagpackers bestemming is. Met een tro-tros legden we de laatste kilometers af over hobbelige zandpaden, waarna we een rivier die uitkwam op zee moesten oversteken om in Butre te komen… Dat kan lopend, maar uiteindelijk werden we met onze bagpacks in een kano naar de overkant geroeid door een aantal jochies en een nogal vasthoudende ‘gids’. In de eerste instantie viel de ‘Hide-out place’ zoals het resort dat we uiteindelijk geboekt hadden – een van de weinige waar de telefoon werd opgenomen – een beetje tegen. Het leek een beetje vervallen vergeleken met de vorige resorts en om in Busua te komen moest je steeds de rivier door of over en daarna een behoorlijk stuk lopen – een heuvel op en daarna af door de jungle, waarna je het laatste stuk over het strand liep. Maar, toen we even in Busua hadden rondgekeken naar accommodatie leek het toch zo gek nog niet… de kamer was schoon en netjes onderhouden en de jongens die er werkten toverden verrassend goede gerechten op tafel. Hier zijn we uiteindelijk drie dagen gebleven. We zijn twee keer naar Busua gelopen waar we lekker hebben gegeten bij een Frans restaurantje – de risotto was niet echt risotto, meer rijst in tomatensaus met groenten, maar wel erg lekker! We hebben over het strand gelopen, maar niet gezwommen – het was nogal bewolkt en de golven waren erg hoog en hard – en ’s avonds de cocktails van het happy hour aangevuld met de gin.
Vanuit Butre zijn we meteen doorgereisd naar Accra – in Ghana zijn er verschillende bus-services die door het land rijden. Wij belanden in een ‘diplomat bus’ die airco zou hebben – niet echt – maar toch comfortable genoeg was voor de reis terug. Accra is behoorlijk groot en in de eerste instantie hadden we een hostel dat in een redelijk afgelegen wijk lag, waar we amper normaal ontbijt konden vinden. We zijn toen opzoek gegaan naar iets anders, wat niet gemakkelijk was. Weer werd er vaak niet opgenomen of was het hostel al volgeboekt of het was echt absurd duur voor wat je kreeg. We belandden uiteindelijk in een wijk in de buurt van het vliegveld en de Accra Mall (jaja) in een hostel zonder naambordje wat meer een groot huis was, waar we een grote, luxe kamer hadden. Van daaruit hebben we Accra verkend – wat niet gemakkelijk is zonder gids en gezien de grootte van de stad - souveniers gekocht en lekker gegeten.
En toen zat de vakantie er alweer op! Vrijdagochtend zijn we teruggevlogen naar Sierra Leone, waar we door onze trouwe taxi chauffeur Charnoh werden opgehaald. Een verademing vergeleken met Ghana waar we consequent gedoe hadden met taxi chauffeurs omdat ze veels te veel geld vroegen voor korte tripjes. We hebben het weekend gebruikt om lekker bij te komen, waarna het gewone leven in Sierra Leone weer begon…
Dat gewone leven zal niet zo lang meer duren, want ik heb per eind december mijn contract opgezegd. Des vliegt begin/ half december naar Canada – waar hij ruim een jaar niet is geweest – en ik vlieg voor kerst naar Nederland. Des komt voor oud en nieuw naar Nederland, waar we ons dan – voorlopig – hopen te vestigen. We zijn nu allebei opzoek naar werk – tips zijn welkom – en zoeken te zijner tijd ook een (tijdelijke) woning – iets om de eerste weken te overbruggen, liefst gemeublieerd. Dus, mocht je iets weten – liefst Amsterdam, anders Alkmaar of ergens anders in die omgeving, dan houden wij ons aanbevolen! Het idee is nu om ons uiteindelijk in Amsterdam te vestigen, maar we zullen zien hoe het allemaal loopt!
Nu nog even genieten van onze laatste maanden in Sierra Leone. Het droge seizoen is aangebroken, dus we kunnen nog mooi even genieten van de prachtige stranden! Op mijn werk hebben we deze week al interviews voor mijn opvolger, zodat ik ruim de tijd heb om mijn werk over te dragen. Drie jaar Sierra Leone… het was een bijzondere en intense ervaring en we kijken uit naar ons volgende avontuur!
Hilda